Lucia di Lammermoor

E.Gruberova - A.Kraus - R.Lloyd
R.Bruson - K.Kuhlmann
B.Lazaretti - B.Bottone
Ambrosian Opera Chorus
Royal Philharmonic Orchestra
N.Rescigno
HMV EX 157 2700643  3lp
 
Om te beginnen, dit is de complete “Lucia” met de Wolferachscène volledig er in, het duet tussen Lucia en Raimondo, alles wat bijvoorbeeld in de Luikse opvoering met Deutekom nog traditioneel gecoupeerd was. Natuurlijk waren er al andere complete opnamen van het werk, maar volledigheidshalve stel ik het hier vast. Gruberova is momenteel de meest beroemde Lucia, en eindelijk weer een echte soprano leggiero, zoals dat meer dan een eeuw een vaste traditie was. Met Callas begon de gewoonte er vollere en zwaardere sopranen mee te bezetten, zelfs (met als argument dat dit de “Urfassung” was) met Caballé en in Bregenz (maar niet op de plaat) met Ricciarelli. Mijns inziens is Lucia een even tedere en kwetsbare meisjesfiguur als Verdi’s Gilda en moet het een lichte meisjesachtige stem zijn. Een soprano leggierro dus. Maar dan wel een met wat de Italianen “morbidezza” noemen. En dat is nu juist wat ik in Gruberova mis. Ik hoorde haar persoonlijk in deze rol in Wenen, was laaiend enthousiast, maar niet ontroerd, wat ik bij Ricciarelli wel was, ondanks het feit dat zij niet het juiste stemtype er voor had. Dezelfde ervaring had ik ook nu weer. Gruberova is grandioos, virtuoos, volmaakt, maar de ontroering blijft uit. En Donizetti’s romantiek verlangt die toch in de eerste plaats. En die romantiek vinden we dan in de hoogste mate in de Edgardo van Alfredo Kraus. Onbegrijpelijk dat deze tenor inmiddels 57 jaar is (twee jaar jonger dan Gedda) en zijn stem eenzelfde onvergankelijkheid heeft als die van Lauri-Volpi en Schipa, die ook tot hun zestigste jaar op hun absolute hoogtepunt bleven. Een bewijs dat deze techniek met de hoge resonans voor een tenor de ideale is. Hetzelfde kan men horen op de elektrische platen van de Wagner-tenor Heinrich Knote. Hij was toen zestig, en had zich deze techniek pas op latere leeftijd eigen gemaakt. Vergelijkt men ze met de opnamen die hij twintig jaar eerder zong, dan blijkt dat hij op zijn zestigste onnoemelijk mooier en gaver was! Kraus is een meester in de stijl van Donizetti. Dit is de ideale Edgardo! Zijn fraseringen, zijn stemkleuring, alles is in karakter en in de geest van Donizetti’s stijl. Hetzelfde geldt voor Renato Bruson. Robert Lloyd mist voor Raimondi de warme fluweel-klank die Italiaanse bassen er voor meebrengen. Alles te samen dus bepaald de beste “Lucia” van dit moment. Maar ik vraag me af, waarom een Luciana Serra, die ook een der beste vertolkers van deze rol is niet eens een kans krijgt. Haar Gilda, indertijd in Brussel, ontroerde me oneindig meer dan Gruberova’s Lucia in Wenen.

Leo Riemens  1984

Bekijk Opera