Mireille

M.Freni - A.Vanzo - J.van Dam
J.Rodes - G.Bacquier - C.Barbaux
M.Command - M.Vento - e.a.
Orkest en koor Capitol Theater, Toulouse
M.Plasson
HMV 2C 167-73021/23 3lp
 
Precies op tijd voor onze voorstelling in Luik. Zowel als souvenir daarna, als om het werk te voren te leren kennen. Het is pas de derde complete opname. De eerste was in 1954, naar aanleiding van de uitvoering in de Arena …… nee, nu eens niet Verona, maar in Arles (zullen we daar ook eens heen gaan?) onder Cluytens met Janette Vivalda. Daarna een veel betere op Vega onder Etcheverry, met Renée Doria. En laat ik van deze gelegenheid gebruik maken een ergerlijk misverstand recht te zetten. Ongetwijfeld zullen bezitters van mijn operaboek opwerpen dat ik daarin een Decca noem met Sutherland, Corelli en Ghiaurov. Welnu, die is er nooit geweest. Bij de herziening van de nieuwe druk legde ik een blaadje bij FAUST dat een opname in die bezetting verschenen was, die vollediger was dan alle anderen. De drukker verlegde de notitie en legde hem bij Mireille. Dan ben je machteloos. U hoeft er dus niet naar te zoeken, want hij heeft nooit bestaan. En hij is ook niet nodig meer ook, want deze derde overtreft beide vorigen. Is het niet merkwaardig hoeveel bekenden er van ons in voorkomen? Plasson (Carmen in Verona), Rhodes (Carmen in Luik), Vanzo (onze Werther en Cellini), Bacquier (binnenkort in Parijs), Christiane Barbaux (Parelvissers), terwijl meerdere van ons Freni en van Dam al elders gehoord zullen hebben. Gelukkig een bijna compleet homogene Franse bezetting, op Freni na, die zich er perfect invoegt. De versie is de meest authentieke. Want er bestaan er wel vijf. Ondoenlijk hier alle verschillen op te noemen. Evenals bij Mignon kan men zelfs kiezen tussen de dood van Mireille en een happy end (werd geeist door de Opéra Comique). En voor velen zal het enige wat ze uit de opera kennen de coloratuur wals “O légère hirondelle” zijn. Zij zullen die hier vergeefs zoeken. Gounod moest die er tegen zijn zin inlassen voor Mdme Miolan-Carvalho, de vrouw van de directeur (waarvoor hij ook de Juwelenaria en de wals van Juliette schreef). Zo tegen zijn zin, dat hij later zelfs eens een deurwaarder naar een theater stuurde om te verhinderen dat het gezongen werd! Door die wals werd Mireille een rol voor de coloratuur sopraan, hoewel de rol verder puur lyrisch  is en veel dramatiek vereist. Vivalda loste het dilemma op door die wals op een apart bandje als supplement op te nemen. Dat had men hier ook kunnen doen, maar men deed het niet. Over Mireille zelf zult U op de toelichtingsavond alles kunnen vernemen en dan ook deze nieuwe opname kunnen beluisteren. Laat ik volstaan met te zeggen dat hij vrijwel ideaal is. Daar is ten eerste Alain Vanzo, de beste lyrische tenor die Frankrijk bezit, iets wat de platenmaatschappijen wel erg laat ontdekt hebben. Naast deze ideale bezetting is van Dam zijn  volmaakte rivaal als de ruwe paardenhandelaar Ourrias. Rhodes maakt van de heks Taven een cabinetstukje. Baquier is Mireille’s vader, een rol die vaak onderbezet is. Dan als altijd een hoogtepunt de Vincenette van Christiane Barbaux, die me al eerder opviel in opnamen van Pelleas en Werther. Ze doet me onweerstaanbaar denken aan twee vroegere lichte sopranen aan de Opéra Comique: Marie Thérèse Gauley omstreeks 1930 en Liliane Berton in de vijftiger jaren. Haar rollen springen als een zonnestraal uit iedere bezetting waarin ze zingt en ik stel me veel van haar Leila in de Parelvissers voor. Blijft Mireille (pardon Mirella) Freni. Ze heeft het melancholische timbre voor de rol, haar Frans is haast perfect, maar evenals Scotto beginnen de jaren voor haar te tellen en ook het feit dat ze zich nu aan te zware rollen is gaan wagen. Een jaar of tien geleden zou ze absoluut ideaal geweest zijn. Nu doet ze me enige Franse Mireille’s die ik via de radio kon horen niet vergeten. (Jane Rolland, Germaine Féraldy, niet te vergeten Ninon Vallin). Maar ze is ontroerender dan Vivalda, dus mag ik niet onredelijk zijn. Dit is verre de beste van de drie en voor de overige bezetting zou ik nergens betere representanten kunnen aanwijzen.

Leo Riemens  1980
 

Bekijk Opera