Beatrice et Benedict

Y.Minton - I.Cotrubas - N.Denize
P.Domingo - R.Soyer - J.Macurdy
D.Fischer-Dieskau - G.Page
Koor en Orkest van Parijs
D.Barenboim
DGG 2797130  2lp

Voor Berlioz heb ik een zwak, en ik betreur het dat zijn zo uiteenlopende operas als Benvenuto Cellini, Les Troyens en deze zo zelden ten tonele komen. Het meest onbegrijpelijke is het bij deze, die kort is, en voor een klein theater in Baden-Baden gechreven werd. Een blijspel, naar Shakespare’s “Much ado about nothing”. Misschien komt het doordat het een Opera Comique is, met gesproken dialogen. Het is opvallend hoe de drie bestaande opnamen alle een ander systeem hebben. Eerst was er een Decca, met een volkomen Engelse bezetting, alleen de muziek.Toen een Philips, compleet met dialogen. Hier verbindt men de nummers door een vertelster, wat ik geen gelukkige oplossing vindt. Maar verder steekt deze opname met kop en schouders boven de andere uit. Dat ligt niet aan de dirigent want Colin Davis en Barenboim zijn evenwaardig. Maar het verschil tussen Domingo en Robert Tear (Philips) is wel zo hemelsbreed dat dit alleen al de weegschaal doet doorslaan. Verdubbeld door de vergelijking tussen Yvonne Minton en Janet Baker, een zangeres zonder enig theaterbloed of temperament, die in haar rol rondweg vervelend was. Cotrubas en Eva-Pierre zijn gelijkwaardig, met een lichte voorkeur voor Cotrubas, maar Nadine Denize (we hoorden haar in Luik in de Damnation de Faust) is verre de meerdere van Helen Watts. Bastin en Fischer-Dieskau zingen beide Somarone, ieder op zich goed, maar heel verschillend van opvatting. Maar Roger Soyer is weer verre te prefereren boven Thomas Allen, veel idiomatischer. Het hele ensemble op de nieuwe DGG is veel homogener, veel Franser, veel meer Berlioz. Als men dit verrukkelijke, sprankelende werk wil leren kennen en waarderen is dit dus (ondanks de vertelster) de beste mogelijkheid daartoe.

Leo Riemens  1982

Bekijk Opera