Home
De Stichting
Opera Zoeken
Recital Zoeken
Publicaties
Contact
Puritani, I
Het concert van de aan het Maastrichts conservatorium gegradueerde
saxofonist EN (opera-)zanger Huub Claessens c.s. van jongstleden dinsdag in
het Kerkraadse Wijngrachttheater heb ik helaas aan mij voorbij moeten laten
gaan.
Mijn reisdoel lag die avond in Walloniƫ: L'Opera Royal de Wallonie.
De ORW is de opera (met een rijke traditie) voor de Walen.
Antwerpen kent de Vlaamse opera en dan is er nog de nationale Belgische
opera: de Munt.
In Luik stond na 21 jaar weer I Puritani van Bellini op het programma.
En deze "nieuwe" Puritani mocht ik niet missen.
De concertante uitvoering van vrijdag 20 februari 1981 ligt nog vers in mijn
geheugen.
(Elvira (Cristina Deutekom), Arturo (Vittorio Terranova),
Riccardo (Juan Galindo), Giorgio (Gianfranco Casarini) en de dirigent (Henri
Gallois) tekenden destijds bovendien mijn programmaboekje.)
De nieuwe productie is een samenwerkingsverband tussen Marseille, Opera
d'Avignon, Washington Opera en de ORW.
Mijn verwachtingen waren hoog gespannen.
Op de eerste plaats door de dirigent:
Giuliano Carella.
Het Dordtse Belcanto Festival heeft Giuliano al meerdere malen mogen
begroeten en hij had er bijvoorbeeld te muzikale leiding bij de eerste
operaproductie met o.a. de inmiddels wereldberoemde Simone Alaimo in de
titelrol: Attila (1993).
Daarnaast is hij o.a. de dirigent van de door mij zeer bewonderde opname van
La Sonnambula (NuovaEra 7215/16) met Patrizia Ciofi en Giuseppe Morino.
Een opname waarover ik in een van mijn eerste bijdragen aan deze ng schreef.
Dan was er de aankondiging van een jonge, zeer talentvolle sopraan, Stefania
Bonfadelli, die al een aantal zeer succesvolle optredens aan o.a. de Scala
en de Weense Staatsopera op haar naam heeft staan.
Dat er ook nog een voor mij onbekende Belg, Marc Laho, als Arturo werd
geafficheerd maakte het extra spannend.
Ik begin een beetje bij te komen.....
Het niveau van het Luikse opera-orkest is altijd heel sterk afhankelijk van
de dirigent die er op de bok staat.
De "vaste" "dirigent" (Friedrich Pleyer) verdient meer het predikaat van
"kapelmeister" dan dat van dirigent.
Wat de invloed van een "goede" dirigent op de kwaliteit van dit orkest kan
hebben grenst aan het ongelooflijke.
Muzikaal en orkestraal is deze Puritani dankzij Carella
het hoogtepunt van het Luikse seizoen (tot nu toe) en ik kan mij niet
voorstellen dat dit niveau nog wordt geƫvenaard, laat staan verbeterd.
Het orkest bleek in staat om Carella in al zijn muzikale intenties optimaal
te volgen.
Dat Carella bovendien met de zangers "mee-ademt" bepaalde voor een groot
deel het totale enorm succes.
Dan was er, zoals gezegd, Stefania Bonfadelli.
Deze jonge Veronese, soprano leggiero, heeft dinsdagavond geen enkele
muzikale wens onvervuld gelaten.
De ingetogen, introverte smart van *Qui la voce sua soava* alsmede de
sprankelende muzikale hoogstandjes in de cabaletta *Vien diletto e in ciel
la luna* laten mij tot op dit moment nog steeds niet los.
Stefania Bonfadelli heeft grote talenten, is jong, ziet er aantrekkelijk uit
(wie schreef overigens ooit dat goede sopranen altijd van die dikke madammen
zjn?) en gaat ongetwijfeld nog vaak van zich doen spreken.
Stefania Bonfadelli deed dinsdagavond enkele van mijn plaat-Elvira's
gemakkelijk "verbleken".
Een naam om te onthouden.
Kom ik bij Marc Laho.
Naast zang studeerde hij trompet aan het conservatorium van Luik.
De bestudering van zijn c.v. leert mij dat hij vooral binnen de grenzen van
het "tenore leggiero vak" zijn rollen zingt.
Een Alfredo Kraus, maar dan met wat meer trompetachtige grandeur.
Gelukkig liet hij zich niet verleiden tot falset-tonen in *Vieni fra queste
braccia*.
Het duet van Elvira en Arturo zou voor mij wel eens het hoogtepunt van
"mijn" operasiezoen 2001/2002 kunnen worden....
Ook deze Marc Laho moet op het lijstje van "te volgen zangers".
De Riccardo van Vittorio Vitelli was jammer genoeg een maatje kleiner.
Zijn mooie bariton was te stug, niet lenig genoeg om zijn coleraturen tot
een succes te maken.
Deze "baritono lirico" was dus eigenlijk verkeerd gecast....
In de lyrische gedeeltes was het mooi van kleur en klank, maar voor een
belcanto-bariton is dat te weinig.
Het verschil in kwaliteit lag in de verhouding Elvira 9,5, Arturo 9 en een
7 voor Riccardo.
De vaste "huisbas" Wojtek Smilek beschikt over een sonoor, donker
getimbreerd basgeluid.
Zijn invulling van de Giorgo rol was van eveneens van grote klasse en zou in
menige opname geen slecht figuur hebben geslagen.
Christine Labadens (Enrichetta), Guy Gabelle (Bruno) en Nardie Graus
(Gualtierio) vertolkten hun rollen zoals het behoort:
Stijlvol en accuraat.
Het koor van de Opera Royal de Wallonie had niet zijn beste avond..
Maastrichtenaar Ed. Rasquin, al bijna twintig jaar koordirecteur, zal niet
gelukkig zijn geweest met de vaak ongelijke inzetten.
Vooral in het eerste deel van het eerste bedrijf rammelde het aan alle
kanten. Jammer.
Het eenvoudig, maar funktioneel decors vormde een goede "ondersteuning" van
de meer dan prachtige costuums...
Het zal voor de "modernisten" wel oubollig zijn...maar ik waande mij in
Plymouth, ten tijde van Cromwell.
De regiseur had gelukkig begrepen dat zijn regie een middel is bij deze
belcanto-opera en zeker niet het doel....zoals mij vele kwibussen willen
doen geloven.....Er werd "sober" geacteerd, het accent lag nadrukkelijk op
het zingen en zo hoort dat!!!
Zoals al gezegd: Ik begin langzaam bij te komen...en heb inmiddels wel een
afspraak voor zateradavond a.s. afgezegd.
RTBF 2 zendt de uitvoering van dinsdagavond namelijk uit......
Ik wens de Belgen onder ons al vast een heel aangename avond toe....
Frits van Lijf 2002
Bekijk Opera