Italiana in Algeri, L'

L.Valentini-Terrani - F.Araiza
W.Ganzarolli - E.Dara
J.Bima - L.Ricci - A.Corbelli
Koor van Radio Keulen
Capella Coloniensis
G.Ferro
CBS W 3 39048  3lp

M.Horne - E.Palacio - S.Ramey
K.Battle - C.Foti - N.Zaccaria
Philharmonisch koor Praag
I solisti Veneti
C.Scimone
Erato VLS 32652  3lp

Twee vliegen in één klap, hoewel de Erato al een paar jaar uit is, maar nu in de RCA serie “Half Speed Mastering” is verdoekt. De CBS is nu pas uitgekomen, maar werd ook al in 1979 opgenomen, oorspronkelijk op Fonit-Cetra. Ze dateren dus ongeveer van dezelfde tijd, en ik krijg ze beide voor het eerst te horen. Een moeilijke keus, omdat de eer gelijkelijk gedeeld wordt. De CBS onder Ferro gebruikt oude instrumenten, dus bijvoorbeeld hoorns en fluiten zoals die in Rossini’s tijd in gebruik waren. Hij gebruikt ook de nieuwste uitgave naar de originele partituur. Erato heeft ook een beroemd kamermuziek ensemble voor orkest (maar met moderne instrumenten). En behalve volledig heeft men hier op de laatste kant nog als extra bonus drie fragmenten opgenomen die Rossini later als alternatieven componeerde. Twee aria’s voor Isabella, o ja en ook nog een cavatina voor haar, en een hoog nodige extra aria voor de tenor. Vier fragmenten dus die U anders nooit te horen zoudt krijgen. De twee dirigenten wegen tegen elkaar op. CBS heeft in Araiza verreweg de beste tenor, en in Enzo Dara de meest humorvolle karakteristieke Taddeo. Maar Erato wint het met Samuel Ramey als Mustafa. Ganzarolli is ook uitstekend, maar Ramey heeft meer karakter en ook een betere coloratuurtechniek. Dan heeft Erato ook verreweg de beste Elvira in Kathleen Battle en een betere zeerover Haly in Zaccaria. Maar meer nog dan Mustafa staat of valt deze opera met de Isabella. En daar is het waar Erato definitief wint met Marilyn Horne. Valentini-Terrani had deze opera al eerder opgenomen op Acanta, ik schreef toen dat dit prematuur was, dat ze nog niet rijp voor deze rol was. Dat was ze dan in 1979 ook nog niet, want ik hoor nergens enig verschil in haar twee opnamen. Het is allemaal mooi gezongen, maar zonder humor en zonder karakter. In Cenerentola was ze veel beter, want dat is een passieve rol. Maar Isabella moet overstromen van temperament. De twee rollen verhouden zich als Mignon en Carmen. Isabella is een dame met haar op de tanden en met een welhaast “slapstick gevoel” voor humor. Ze weet zowel Mustafa als Taddeo als Lindoro om haar vingertje te winden. Daar is een artieste met temperament voor nodig. De ideale was natuurlijk de betreurde Supervia. Zelfs Giulini was het met mij daar over eens, toen ik hem in 1955 tijdens een “Italiana” sprak. Gelukkig hebben we opnamen van twee aria’s, een duet en een ensemble uit dat werk. Marilyn Horne is anders dan zij. Waar Supervia een en al gratie en fijne coquette schalksheid was werft Horne met fellere kleuren en is soms bepaald boertig. Maar wel een figuur en persoonlijkheid, en dat was Valentini-Terrani in 1979 nog niet. De Taddeo op Erato, Trimarchi, is weer een klasse minder dan CBS, zodat CBS wint op de punten: orkest, tenor, Taddeo; Erato op Isabella, Mustafa, Elvira en de vier extra alternatieve fragmenten. Volledigheidshalve grijp ik nog even terug op de oudere opnamen. De eerste was op HMV onder Giulini, helaas zwaar gecoupeerd (zeer tegen Giulini’s zin, maar om het werk op twee platen te krijgen). Simionato was met Horne de beste Isabella, iets minder markant, maar wel persoonlijk. Sciutti even goed als Battle, Valetti als Araiza en Marcello Cortis als Dara. De zwakke plek was hier de droge Mustafa van Mario Petri. In 1964 kwam Decca met een volledige opname uit onder Varviso. Deze heeft nu weer de allerbeste Mustafa van de vijf: de pas onlangs gestorven, onvergetelijke Fernando Corena. Alva was op één lijn met Araiza en Valetti, maar Panerai als Taddeo was een misbezetting. Elvira was slecht en Teresa Berganza …., ja, het spijt me maar feitelijk was ze even kleurloos als Valentini-Terrani, die ik bij wederhoren zelfs boven haar prefereer. Ik heb Berganza nooit een mezzo gevonden, maar veeleer een sopraan in het Franse “dugazon” genre. De minst bekende opname is op Acanta onder Bertini, eveneens met Valentini-Terrani. Weer een uitmuntende tenor, Ugo Benelli, maar Bruscantini die een enorme buffo was mist de zwarte bas voor Mustafa. Enzo Dara was ook hier een superbe Taddeo (ook hij dus op twee versies). Elvira was onbeduidend, Bertini’s leiding de zwakste van de vijf. Het blijft dus een moeilijke keus tussen de twee nieuwste. Doorslaggevend moet zijn wat U in deze opera het belangrijkste vindt. En voor mij zijn dat Isabella en Mustafa.

Leo Riemens  1984

Bekijk Opera