Traviata, La

M.Callas - A.Kraus - M.Sereni
P.de Palma - V.Suscu
A.Maddalena - e.a.
Teatro San Carlo Lissabon
F.Ghione
EMI 1C 153-03893/94  2lp

In de Scala serie van EMI ontbrak de Traviata van Callas omdat ze de opera eerder op Cetra gezongen had en haar contractueel niet elders mocht herhalen. Dat hiaat is nu met deze “live-opname” opgevuld. En laat ik direct zeggen: van de 22 complete Traviata’s die ik tot nu toe bezit is dit mijn eerste keus! Dit is noch digitaal, noch quadro, noch zelfs stereo. Maar hij klinkt beter dan alle anderen en is de meest vitale en levende van het hele stel. We zijn hier 22 jaar in de tijd teruggevoerd en aanwezig bij een grote gebeurtenis. Perfectionisten kunnen dan klagen over een storend gehoest in de laatste acte of een incidenteel geluid op het toneel. Maar dat horen we in de zaal ook en we ZIJN hier in de zaal. De moderne opnamen maken op mij altijd een kille laboratorium indruk. Er is oneindig aan geschaafd, met kleine stukjes band aan elkaar gelapt. Hier staan de zangers op het toneel en acteren, en WAT een verschil maakt dat! En men voelt de wisselwerking tussen de zangers en het publiek en de elektrische vonk die tussen hen overspringt. Callas “live” is een totaal andere dan in de studio en dat geldt voor de hele bezetting. Er waren heel wat van zulke opnamen van haar maar doorgaans op witte merken. Dit is de eerste van een firma als HMV, en hij klinkt technisch volmaakt. De stemmen zelfs oneindig warmer en voller dan tegenwoordig gebruike-lijk is. Dit is Callas op haar grootst met zoveel fijne nuances en trekjes dat ik pagina’s nodig zou hebben om ze aan te wijzen. Ik volsta met één. Rachmaninoff zei dat ieder werk of het een opera of een kort lied is één hoogtepunt heeft dat de hele uitvoering bepaald. Callas vindt die plaats feilloos. Haar inzet van “Dite alla giovine” is als het schar-nier waar haar hele interpretatie om draait. Wat deert het dan dat in haar aria enkele hoge tonen scherp zijn. Dit is Violetta tot in de kleinste details. Mario Sereni zong de opera ook twee keer op de plaat, is hier verre superieur, een echte “père noble”, zo als we er nu geen meer hebben. En Alfredo Kraus, toen 30, is als Alfredo romantisch, slank poêtisch, zijn aria zo mooi als ik het niemand anders ooit heb horen zingen, ook hij telkens frapperend door nooit gehoorde fijnheden. Onbegrijpelijk dat daarna zo’n lang hiaat in zijn discografie kwam. En hoor eens hoe alle kleine rollen uit de verf komen, zo’n Vita Susca (en niet Scusa zoals album en doos hem noemt), zo’n Maddalena (al dood), zo’n kittige gevoelige Annina van een Portugeesche, boven allen de Palma (die de rol vier keer opnam). Wat had die man toen een fraaie stem. Het is onmogelijk niet aan het applaus mee te doen dat op de plaat staat. Voor mij DE uitgave van het jaar!

Leo Riemens 1980

Bekijk Opera