Rigoletto

E.Berger - N.Merriman - J.Peerce
L.Warren - I.Tajo
RCA Orchestra
Robert Shaw Chorale
R.Cellini
RCA VLS 00698  2 lp

In de platenzaken kan men plotseling een enorme kollektie opera’s in fraaie witte dozen aantreffen. RCA heeft een nieuw procédé uitgevonden dat “Half speed Mastering” heet. Hoe het daarbij precies toegaat is mij niet bekend, maar de resultaten zijn opzienbarend. Zó belangrijk dat RCA nagenoeg haar hele repertoire met dit procédé opnieuw heeft uitgebracht. Met uitzondering, tot nu toe, van de “Toscanini-opnamen”. Maar praktisch alle andere uitgebrachte produkties zijn vertegenwoordigd, en er zijn ook enkele verrassingen bij. Zo bijvoorbeeld een “Don Giovanni” met Stabile, in Wenen in 1950 opgenomen. Dat was een der allereerste opera’s op LP, toen op het engelse merk Nixa, waarvan RCA kennelijk de rechten verworven heeft. Het album was al jaren niet meer verkrijgbaar. Zeg ik album? Op Nixa waren het nog vier platen in afzonderlijke hoezen. Nu op drie platen in een fraaie doos, met een keurig verzorgd tekstboekje (originele taal en Engelse vertaling, dat geldt voor alle opera’s in de serie). Dan zijn er Italiaanse opnamen bij die lang niet meer voorradig waren als Rossini’s “Scala di Seta” en andere zeldzaamheden. Het is ondoenlijk al deze platen afzonderlijk te behandelen. De uitvoering blijft tenslotte dezelfde, alleen is de klank in veel gevallen aanzienlijk verbeterd. Ik nam als proef dus deze “Rigoletto” (er zijn nog drie andere opnamen van later in de reeks), omdat dit de allereerste opera op LP was die ik ooit in handen kreeg. De opname is namelijk uit 1950! Toen drie afzonderlijke platen, nu op twee gesneden, en fraai verpakt. En het verschil in klank is hier werkelijk aanzienlijk. De opname klinkt beter dan menige recente digitale. En na 35 jaar is de uitvoering al historisch geworden. Voor mij onmisbaar, omdat we hier Erna Berger op haar allerbest hebben, in het jaar toen zij eindelijk op haar 50ste jaar aan de Metropolitan kwam, en iedereen versteld deed staan door pure schoonheid van haar timbre. Ik ken geen enkele Gilda die zó mijn ideaal nakomt. Dan hebben wij de te vroeg gestorven Warren in zijn glansrol als Rigoletto, Italo Tajo (waarvan maar weinig platen bestaan) als Sparafucile, die nu op het Metropolitan Eeuwfeest de nestor onder de medewerkenden was. En dan Nan Merriman als Maddalena, die toen juist haar hoogtepunt naderde en die wij de eer hadden enkele jaren in ons Limburgse midden gehad te hebben. De enige zwakke plek in deze bezetting is de Hertog van Jan Peerce, een tenor waar ik altijd een blinde (of moet ik schrijven: dove?) plek voor gehad heb. Oh, dat dit in 1950 nu niet Di Dtefano of Tagliavini had kunnen zijn! Interessant is het dat alle bijrollen gezongen worden door leden van de Robert Shaw Chorale. Dit koor, waar ook Toscanini in Amerika altijd mee werkte, bestaat namelijk uit beroepszangers, die stuk voor stuk ook solist kunnen zijn. Er zijn er dan ook meerdere uit voortgekomen, zoals de mezzo Margaret Roggero, die later aan de Metropolitan kwam. Drie jaar na deze opname is het koor in ons land geweest met Nan Merriman als soliste, in de tweede acte van “Orfeo”. Ik ben blij deze waardevolle historische opname nu in perfecte staat te hebben. Na meer dan dertig jaar had ik mijn eerste LP’s bijna versleten. Nu kan ik Erna Berger gaver en beter beluisteren dan ooit.

Leo Riemens  1984

Bekijk Opera