Spiegelritter, Der

E.Mathis - T.Moser - B.Nachbaur
R.Holl - K.Rydl - N.Orth
E.Büchner - e.a.
Koor en orkest der oostenrijkse radio
T.Guschbauer
DGG 2707126  ½lp

Tot omstreeks 1925 was het algemeen muziekrepertoire uiterst beperkt. Als men niet zelf een concert of opera bezocht kreeg men het werk niet te horen. En het werd alleen opgevoerd als men er voldoende publiek voor verwachtte. De radio verruimde het repertoire aanzienlijk, maar pas nadat de grammofoonplaat langspelend geworden was kwam de echte doorbraak. Muziek die in geen eeuwen gehoord was werd opnieuw ontdekt, vastgelegd, en kon zo over de hele wereld te allen tijde gehoord worden. Het heeft zelfs de concert- en operawereld beïnvloed. In 1930 was van Vivaldi nagenoeg niets bekend, nu worden zelfs zijn operas voor stampvolle zalen opgevoerd. Dank zij de plaat heeft men nu eindelijk ook ontdekt dat Schubert naast liederen, symphonieën en kamermuziek ook operas en Singspiele geschreven heeft. Men kan de meeste nu zelf beoordelen. Op HMV zijn reeds verkrijgbaar: Die Verschworenen (of Der Hausliche Krieg), Die Zwillings-brüder, Der Vierjährige Posten (alle eenacters), plus de langere Alfonso und Estrella. DGG blijft niet achter en presenteert de twee-acter Die Freunde von Salamanka, plus het fragment Der Spiegelritter. De wacht is nu vooral nog op Fierrabras, een van zijn rijpste theaterwerken. Der Spiegelritter zou zonder de plaat wel nooit gehoord zijn. Beide operas werden “live” opgenomen tijdens de “Schubertiade Hohehems” in 1978. Men merkt daar niets van. Het publiek laat zelfs geen kuchje horen, en als het er op de plaat niet bijgestaan had zou men niet aan de studio-opname getwijfeld hebben. Alleen de bezettingen wijzen op een concert, want Kurt Rydl zingt in de Freunde von Salamanka drie kleine rollen, en de bezettingen van beide werken zijn (op de bariton na) gelijk. Muziekhistorisch is dit een uiterst belangwekkende plaat. Want de Spiegelritter is Schubert’s eerste poging op het operaterrein, en hij was toen 14 jaar, zowat de leeftijd van Mozart in zijn Finta Gardiniera. Het zou een ambitieuze avond-vullende opera worden, maar hij brak hem af in de finale eerste acte, nog voor het drama op gang was, en zelfs de vrouwelijke hoofdrol verschenen was. Schubert had altijd met zwakke tekstboeken te kampen, maar dit is echt een gruwelroman voor een 14 jarige, en men wrijft zijn ogen uit als men de tekstauteur von Kotzebue genoemd ziet. Met een mensenetende primadonna als hoofdrol, die nooit gecomponeerd zou worden. Het is niet toevallig dat Schubert het werk liet liggen van het moment af dat hij les ging nemen bij Salieri. Ik ben ervan overtuigd dat hij zijn meester het werk getoond heeft, en dat deze (terecht) gezegd zal hebben dat er niets van deugde. Want Schubert miste de ervaring van Mozart. Zijn eigen stem was toen nog niet gebroken, en hij schreef alle partijen zo dat hij ze zelf kon zingen, maar dan ook niemand anders. Als de held Almador, die tenor heet te zijn, begint te zingen lijkt het of er een bas aan het woord is. Zijn intervallen zijn haast onzingbaar, en het hele werkje maakt een primitieve onhandige indruk. Hoe groot Salieri’s invloed op Schubert geweest is (het wordt tijd dat de man eens eerherstel krijgt), blijkt uit de andere opera die vier jaar later geschreven werd. Dat is dan direct volwaardige Schubert, romantisch, zingbaar, interessant. Helaas is echter ook dit werk een fragment. We hebben alle muziek van Schubert, maar de verbindende dialogen van zijn vriend Mayrhofer zijn verloren gegaan. We kunnen de inhoud maar tendele volgen, en een toneelopvoering is niet mogelijk. Beide werken krijgen onder Guschlbauer een gedegen uitvoering. Edith Mathis is fraai in de eerste opera, hoeft in de tweede geen noot solo te zingen. Thomas Moser is zeer goed in de eerste, doet zijn best in de onmogelijke tweede. Prey is in de tweede helaas vervangen door Nachbaur, die klassen minder is. Een absolute uitblinker in beide werken is onze landgenoot Robert Holl. Van de twee buffo tenoren is Buchner beter dan Orth. Samen vormen deze platen een waardevolle aanwinst voor Schubert’s discografie.
 
Leo Riemens 1981

Bekijk Opera